Bewoner Marjan

  • Auteur: Esther Wienese
  • Fotograaf: Hester Blankestijn
  • Datum: 13 december 2018

Vier weken jong was Marjan (64) toen ze in het appartement aan de Kipstraat trok waar ze nu (weer) woont. Haar ouders waren in juli 1954 een van de eerste bewoners van het Wederopbouwpand. Tot dan hadden zij ingewoond bij een tante in Zuid, vanwege de woningnood na de oorlog. Marjan ging op haar 25e dit huis uit en trok er op haar 48e weer in. “Het was voorbestemd. Als kind wilde ik hier al voor altijd blijven wonen.”

Het appartement van Marjan is 70 vierkante meter en telt een woonkamer en drie slaapkamers. Het is moeilijk voor te stellen dat hier ooit een gezin met twee kinderen woonden. “Mijn jongere zus en ik deelden een kamertje. Met twee bedden, een werkblad en boekenkastjes paste het net. Mijn vader had het kleinste kamertje opgeëist voor zijn doka en tekentafel.”

Bewoner Marjan van het Hoogkwartier

Prik

“Toen ik klein was, was het hier net een dorp”, herinnert Marjan zich. “Er waren veel kleine buurtwinkels: bakkers, groenteboeren, zelfs een winkel met alleen aardappels. Apotheek Spanhoff zat er en veel groothandelaren waar je als particulier ook kon kopen; zoals kinderkleding op de Nieuwe Markt en mooie handgemaakte kerstballen uit Oost-Duitsland bij Harko op de Goudsesingel. Op de hoek van Memory Lane (nu HighStreet, red.) zat destijds Kleuterzorg Groene Kruis, een soort consultatiebureau. Daar nam mijn moeder me mee naar toe. ‘Geen prik dit keer’, smeekte ik elke keer als ik er kwam, maar ik kreeg altijd een prik.”

Spelen

Samen met haar zusje en de buurjongen speelde Marjan graag in de expeditiestraten. “Het Industriegebouw (HIG) zat toen vol met bedrijfjes. Wij zwaaiden altijd naar alle mensen en zij letten op ons. Als er iets was belden ze onze moeder.”
Bram van Leeuwen – de latere Prince de Lignac – hield in die tijd kantoor in het HIG. “Hij parkeerde regelmatig zijn open sportwagen voor de ingang, sprong eruit zonder het portier te openen en snelde op zijn witte! schoenen even naar binnen.”
‘Liftje spelen’ was het favoriete spelletje van het drietal. “We hielpen elkaar om via het kozijntje op het dak te klimmen en liepen dan over de platte daken naar de flat waar nu De Gele Kanarie in zit. Via een deur in de galerij kwamen we bij de lift; die hadden we niet in onze flat. We gingen naar boven en beneden tot we er genoeg van hadden en dan netjes via het portiek weer naar buiten.”

Bewoner Marjan van het Hoogkwartier

Gezinnen

Ze speelden ook op de vele lege plekken in de wijk. “Waar nu het Savoy Hotel staat was toen een bouwplaats. De Groenendaal was nog helemaal leeg. We konden er heerlijk kliederen met zand en water.” Op het speelplaatsje aan het Achterklooster speelden destijds elke dag wel honderd kinderen. “Er woonden heel veel gezinnen in de wijk en op het speelplein werd volop gerolschaatst en gevoetbald.”
In de jaren ’70 veranderde de sfeer in de wijk. “Het was de tijd dat de grote supermarkten de kruideniers verdreven en gezinnen de stad uit trokken. Ik weet niet waarom. Mijn ouders vonden het hier prima. Die hebben nooit de behoefte gevoeld weg te gaan.”

Betrekking

In 2002 overleed Marjan’s vader. Marjan verkocht haar appartement aan de Mariniersweg en trok bij haar moeder in om voor haar te zorgen. Na diens overlijden in 2005 is Marjan hier blijven wonen.
Marjan werkt al 41 jaar fulltime bij het Erasmus MC. “Mijn vader zag destijds een vacature bij Bureau Bouwzaken en vond dat een mooie, zekere betrekking voor mij. Ik ben aangenomen en nooit meer weggegaan.” Nu werkt ze als stafmedewerker Veiligheid en Milieu bij het Servicebedrijf. “Wij gaan onder andere over de camera’s, toegang, parkeren, beveiliging, etcetera. Ik vind werken leuk, maar het kost zoveel tijd. Met een 36-urige werkweek is je week zo om. Nog 2,5 jaar, dan wil ik meer gaan doen met dieren en ouderen.”

Bewoner Marjan van het Hoogkwartier

Knarrenhof

Toen Marjan voor haar moeder zorgde, zag ze hoe vervelend het is om oud en afhankelijk te zijn. “Je wilt wel, maar je kan niet meer. Hoe moet dat later met mij, vroeg ik me af. Toen kwam ik op het idee om met anderen een pand te kopen en samen te leven. Ik heb het er met vrienden en buren over gehad. Die vonden het een leuk plan maar waren er toen nog niet zo mee bezig.”

Inmiddels weet Marjan via Omslag.nl dat dergelijke alternatieve woonvormen bestaan. “Knarrenhof heet het, een soort hofjes van vroeger met het gemak van nu. Een combi van een eigen huis met de voordelen van samenwonen: veiligheid, aandacht en gezelligheid. Dat ouderwetse burengevoel spreekt me aan en anderen kennelijk ook: in Rotterdam blijken nóg 35 mensen geïnteresseerd te zijn. Ik heb een aantal projectontwikkelaars aangeschreven voor een pand, maar nog geen antwoord gekregen. Na mijn pensioen ga ik er actief mee verder, want dit is ideaal voor moderne senioren zoals ik die zelfstandig willen blijven en niet kunnen of willen terugvallen op mantelzorg of kinderen.”

“Knarrenhof heet het, een soort hofjes van vroeger met het gemak van nu.”

Tot die tijd heeft Marjan een tussenoplossing bedacht: “Liften aan de buitenkant van de panden. Ik heb me erin verdiept en het kan. Kunnen we daar geen pilot mee doen in het Hoogkwartier? Al die trappen in de appartementencomplexen vormen het grootste obstakel voor ouderen en gezinnen met kinderwagens. Twintig jaar geleden liep ik met gemak omhoog, tegenwoordig valt het me zwaarder, zeker met boodschappen. Nou las ik dat je voor je gezondheid zo lang mogelijk trappen moet blijven lopen, dus in die zin zit ik goed.”

Bewoner Marjan van het Hoogkwartier

Mobility Challenge

Marjan is zeer geïnteresseerd in de Mobility Challenge die voorjaar 2019 in het Hoogkwartier wordt gehouden. Een grote wens van haar is meer overdekte fietsenstallingen in de buurt. Haar fiets staat bij gebrek daaraan gestald in een hofje bij de Pannenkoekstraat. “Ik sta ingeschreven voor de fietstrommel op het hoekje van de Kipstraat-Bredestraat en was laatst eindelijk aan de beurt. Maar toen hebben ze het aantal plekken teruggebracht van vijf naar vier en kan mijn fiets er alsnog niet in.”
Verder wil Marjan graag de tramhalte Kipstraat terug op de Goudsesingel. “Sinds de route van lijn 7 is omgelegd, moet ik naar de stad via metrohalte Oostplein of Blaak. De wandeling naar huis voelt voor mij ‘s avonds niet veilig, dus ik ga minder op stap dan ik zou willen.”
Aan deelauto’s doet ze al. “Toen mijn auto het een paar jaar geleden begaf besloot ik geen nieuwe te kopen. Ik doe alles met het openbaar vervoer en als ik een auto nodig heb neem ik een Greenwheels. Die staat vlakbij achter het Savoy Hotel. Het lidmaatschap kost € 5 per maand en voor een ritje naar het Milieupark betaal ik € 13. Super makkelijk en niet te duur.”

Bewoner Marjan van het Hoogkwartier

Verhalen van bewoners en Stadslab Hoogkwartier

Het Hoogkwartier is in ontwikkeling. Maar is de buurt ook klaar voor toekomst? In vijf bijzondere verhalen van bewoners van het Hoogkwartier worden initiatieven, kansen en uitdagingen voor de buurt onder de aandacht gebracht. Met deze portretten wordt een brug gelegd naar het Stadslab Hoogkwartier waarin bewoners en ondernemers samen de toekomst van de buurt willen vormgeven.

Dit is het vierde verhaal in een serie van vijf. Het eerste verhaal is ‘Bewoner Iris’; het tweede ‘Bewoner Daphne’; het derde ‘Bewoners Pim, Sharon en Maes’. De bijzondere serie van vijf portretten wordt geschreven door Esther WieneseEsther maakte eerder met Marieke Odekerken de reeks met verhalen over ‘De bewoners van de Bredestraat 312’. 

Dit artikel is tot stand gekomen dankzij een bijdrage van Gebiedscommissie Rotterdam Centrum.

Bewoner Marjan van het Hoogkwartier

Ontdek meer verhalen!